maandag 31 oktober 2016

Natuur in eigen tuin

Als je het treft dan krijg je soms onverwachte bezoekers in je tuin, maar er zijn natuurlijk ook min of meer vaste bewoners.
Tot de meest opvallende bezoekers behoren egels en een sperwer, waaraan ik in het verleden ook op mijn blog aandacht heb besteed.
Ik ga nu geen aandacht besteden aan geregelde bezoekers zoals merels, eksters, kauwtjes, mezen, vinken, heggenmussen en een roodborstje.

Vorige jaar dook dit muisje plotseling op, brutaal als de beul.
Terwijl wij in de tuin zaten kwam hij tevoorschijn en scharrelde wat bij een stokroos rond.
Als we teveel bewogen schoot hij weg onder de stokroos of de bank om daar niet veel later weer onderuit te komen.
Tot onze verrassing liep hij vlakbij de stokroos langs de muur omhoog naar de vensterbank.
Toen hij daarna over de vensterbank in de richting van de openstaande keukendeur liep, heb ik de deur voor de zekerheid maar dichtgedaan.
Muizen kunnen zich door verrassend kleine openingen wurmen, zoals ook wel uit het bovenstaande beeld blijkt.
Zolang het muisje jouw aanwezigheid niet als bedreigend ervaart loopt hij kalmpjes over de tegels.
Als het hem niet bevalt is hij in een oogwenk in de dekking van bijvoorbeeld een bank of stoel verdwenen.
In een opengebarsten biels zocht hij rustig naar voedsel.
Na enkele dagen was hij verdwenen.
Wij hebben hem niet meer terug gezien.
Vlinders zoals atalanta's, dagpauwogen en witjes zien we jaarlijks in de tuin rondfladderen.
Een boomblauwtje zagen we hier vorig jaar voor het eerst.
Dit jaar waren ze er opnieuw.
Eén van onze kleindochters kwam op een keer naar binnen rennen om te zeggen dat ze een eng beest had gezien.
Het was deze wants.
Het lijkt of hij op een limoen zit, maar het is een deel van de glijbaan.
Bij het verplaatsen van bloempotten kwam deze verzameling eitjes tevoorschijn.
Het lijkt wel een flinke portie kaviaar, niet van een steur maar van één van de veel voorkomende naaktslakken.
Visseneitjes worden graag gegeten, maar ik denk dat slakkeneitjes nooit populair zullen worden.
Slakken zijn in onze tuin overigens wel een plaag,
want ze vreten bijvoorbeeld het blad van onze gouden regen in het voorjaar verbluffend snel op.
Op vochtige plaatsen zijn pissebedden goed vertegenwoordigd.
Dit is één van de 36 soorten die in Nederland voorkomen.
Pissebedden zijn kreeftachtigen die ooit alleen in zeeën voorkwamen.
Ze hebben nog steeds een soort kieuwen - die eruit zien als een soort achterpoten - waarmee ze zuurstof uit de lucht opnemen.
Vocht is voor hen van levensbelang.

Dan zie ik toch liever vogels in de tuin.
Dit ringmusje hoorde bij een groepje dat de afgelopen winter vaak van de pinda's kwam snoepen.
Ook muizen probeerden dat.
We zagen een keer een muis langs de boomstam omhoog klauteren en via een tak naar het nootjesreservoir lopen. 
Toen hij ergens van schrok liet hij zich pardoes op de grond vallen, van zeker 2 m hoogte.
Hij verdween zonder een spoor achter te laten.
Bruine kikkers behoren bij de vaste bewoners.
In september zat deze schoonheid op een keer naast de bank.
Bij een wat andere lichtinval zag zij - ik ga er maar vanuit dat het een vrouwtje is - er zo uit.
 Het geeft toch wel te denken als je buik zo groot is dat hij op de grond moet rusten.
Vermoedelijk is zij goed voorbereid op de winterslaap.
Maar goed dat ze uitstekend kunnen springen want als zij moest lopen zou haar buik waarschijnlijk over de grond slepen.
Sterke, goed ontwikkelde achterpoten zijn geen overbodige luxe.
Deze flinke pad keek niet blij, maar eerder verstoord, zoals alleen padden dat kunnen.
Padden zijn toch al geen lachebekjes.
Samen met drie kleinere padjes had Grumpy zich onder een vlonder verstopt, die voor de keukendeur ligt.
Padden kunnen zich behoorlijk plat maken, want veel ruimte is er niet.
Omdat er zich vaak vuil ophoopt onder de vlonder moet er af en toe worden schoongemaakt.
Als je de vlonder optilt is het steeds weer een verrassing of er padden zijn, en zo ja, hoeveel.
Vooral de kleintjes zie je regelmatig door de tuin huppen, op weg naar begroeiing om zich te verschuilen.
Wat zal zo'n padje denken als hij mij met mijn camera voor zich ziet liggen?
Een monster met een heel groot oog?
We zullen ons vermoedelijk nooit in de denkwereld van padden kunnen verplaatsen.
Ik weet ook niet waarom we dat zouden willen.
Makkelijker is dat met de denkwereld van kleine kinderen.
Kinderen vinden padden eng, vooral omdat ze zo boos kunnen kijken.
Als ze ook nog op hen afkomen wordt er natuurlijk flink gegild.
Dat begrijp ik wel.





dinsdag 25 oktober 2016

Een gewone zeehond op de Zuidpier

Vanaf november zal ik in de wintermaanden van tijd tot tijd naar de Zuidpier van IJmuiden gaan.
Dit beeldverslag dateert nog van 22 maart jl.
In die periode had ik zoveel beelden dat ik toen andere keuzes heb gemaakt.
Als intro op het komende winterseizoen komt het nu wel van pas.
Gewone zeehonden waren de afgelopen wintermaanden regelmatig te zien bij de Zuidpier, net als grijze zeehonden overigens.
Ze zijn behoorlijk nieuwsgierig, waardoor je ze ook zelf goed kunt bekijken.
Zoals ik in een eerder blog al heb laten zien kan je de mazzel hebben dat je er een met een vis in zijn bek ziet boven komen.
Deze jonge zeehond had zich een beetje pijn gedaan, zoals ook aan de druppel slijmerig bloed te zien is.
Hij lag lekker uit de wind achter een groot rotsblok.
Het was duidelijk dat zijn verwondingen niet ernstig waren.
Zijn moeder was nergens te bekennen.
Hij moest zijn zaakjes zelf maar opknappen.
Of hij ruzie had gehad met een andere zeehond of dat hij zijn kin geschaafd aan rotsen weet ik niet.
Schaafwonden herstellen over het algemeen na verloop van tijd vanzelf.
Vanachter een flink rotsblok kon ik hem goed bekijken en fotograferen zonder dat hij door mij onrustig hoefde te worden.
Hij hield wel goed in de gaten wie er over de pier passeerde, zeker als er een hond bij was.
Zo leek hij meer op een goedaardige lobbes.
Hij besloot even een stukje te gaan zwemmen.
Je zou het kunnen vergelijken met even afkoelen in de zee als je een tijd in de zon hebt liggen bakken.
Toen hij een aantal baantjes getrokken had klom hij weer op de kant.
Hij keek even of ik er nog was en ging er toen lekker bij liggen.
Een beter voorbeeld van je op je gemak voelen is nauwelijks te bedenken.
Je kan ook met je kop naar het water gaan liggen en over vissen gaan dromen.
Dromen komen helaas maar zelden uit.
De vissen zullen echt niet rechtstreeks in zijn bek springen.
Nadat hij weer even het water in geweest was klom hij op een andere plek op de kant, recht tegenover mij.
In het warme voorjaarszonnetje doezelde hij snel weg.
Hij keek mij plotseling nog eens aan alsof hij dacht "Ben je er nu nog?" 
Hij keek daarna toevallig (?) de kant op waar ik naartoe moest gaan.
Dat heb ik toen ook maar gedaan.

dinsdag 18 oktober 2016

Wespenspin, een gezonde eter

Wespenspinnen komen al weer jaren in Nederland voor.
Ik heb in een eerder blogbericht al het een en ander van het wel en wee van deze spinnen laten zien,
maar hun voedsel is daarbij minimaal aan bod gekomen.

De eerste foto laat een negertje (!) zien dat verstrikt is geraakt in de draden van een web.
Hoe dit kleine sprinkhaantje de naam "negertje" (Omocestus rufides) heeft gekregen is mij een raadsel.
Ook al zijn er hele donkere varianten, de naam blijf ik vreemd vinden.
Dit wespenspin vrouwtje lust er wel pap van.
Als er veel voedselaanbod is wordt de prooi vakkundig ingepakt.
Een juffer heeft dit moeten ondergaan.
De spin spuit wat stoffen in haar slachtoffer waardoor de gevangene langzaam oplost.
Daarna verorbert de spin haar op een passend moment in de vorm van een vloeibare snack.
Het lijkt erop dat de spin hier een soort pendelvlieg te pakken heeft.
De rollen kunnen omgedraaid zijn wanneer een hoornaar een wespenspin te grazen neemt.
Een vrouwelijke wespenspin heeft een negertje in haar web gevangen.
Het kan nog beter.
In drukke tijden vliegen er meerdere soorten prooien in haar web.
Ze kan dan kiezen wat ze wil eten in plaats van af te wachten wat de pot schaft.
Het is verbluffend om te zien hoe snel de spin reageert als er een prooi in haar web terechtkomt.
Meestal wordt die prooi in recordtijd met draden omwikkeld waardoor er geen ontkomen meer aan is.
De juffer zat vast, maar de spin had geen haast.
Uiteindelijk zal het zó aflopen.
Midden in de zomer wemelt het van de juffers, maar er belanden er behoorlijk veel in webben van spinnen en op de kleverige blaadjes van zonnedauw.
Er zit ook wel eens wat liefs in zo'n moment.
Let op het hele kleine bezoekertje (rechts onder de poten van de juffer) dat de juffer nog even komt bijstaan in haar laatste momenten, 
als een ware mantelzorger.
Niet alleen is er variatie in soorten prooien, er staan ook verschillende soorten juffers op het menu.
Ook al doen de juffers nog zo hun best om zich los te rukken uit de webben, ze voeren een kansloze strijd.
Wie wat bewaart heeft wat.
De spin heeft een keurig ingepakte maaltijd in haar palpels.
Nog een laatste juffer, maar dan graag iets anders, want het kan tegen gaan staan.
Een vlindertje gaat er ook wel in, zij het niet direct.
Het werd zonder aarzelen netjes ingepakt en bewaard voor tijden met een schaarser voedselaanbod.
Nog een laatste smakelijk hapje, als een soort nagerecht.

Spinnen, vlinders, libellen en juffers zijn dit jaar regelmatig aan bod geweest.
Het wordt weer tijd voor iets heel anders.