zondag 17 maart 2024

Winter 23-24

In de maanden november tot en met februari ben ik drie keer naar de Zuidpier van IJmuiden geweest. 
Er wordt daar altijd veel waargenomen, maar vaak heb je een telescoopkijker nodig.
Als het een beetje meezit komen er ook aantrekkelijke soorten dichtbij de pier en op het strand. 
Mijn mooiste waarnemingen heb ik in deze editie opgenomen, 
om te beginnen met een gewone zeehond die ik eind februari op het strand zag liggen.

NOVEMBER

Als je vanaf de parkeerplaats naar het strand loopt kom je bij een strandopgang dit beeld van Cornelis Vreeswijk tegen.
Hij was een in IJmuiden geboren liedjeszanger die voornamelijk in Zweden woonde en populair was. 
Ook in Nederland is hij lang geleden met enkele Nederlandstalige nummers bekend geworden.

Tot de vaste bewoners van de Zuidpier behoort de paarse strandloper (calidris maritima),
 die mij meestal wel uitdaagt om er een mooie plaat van te maken.

Meestal werken ze goed mee, ze zijn aan vissers en wandelaars gewend.

Een andere stamgast is de oeverpieper (Anthus petrosus), 
een wat onrustig vogeltje dat veel langs de pier vliegt.

Ik vind de combinatie van de oeverpieper en zijn schaduw wel origineel.

Een roodkeelduiker (Gavia stellata) wordt vaak waargenomen in de wintermaanden, 
maar je moet wat geluk hebben dat hij dichtbij de pier komt. 
Voor deze plaat heb ik wel wat moeten croppen.

Bij wijze van uitzondering zwom de grote zee-eend (Melanitta fusca) een tijdje dichtbij de pier. 
Het was voor het eerst dat ik deze vogel zag.

Iedere winter hoop ik weer sneeuwgorzen (Plectrophenax nivaliste zien. 
Een groepje zocht naar voedsel op het strand, dichtbij de duinen. 
Een meevaller was dat ik een paartje op één plaat kon krijgen.

Hier nog een keer het mannetje in zijn winterkleed.

JANUARI

In januari had het gevroren waarvan zelfs nog sporen waren te zien op het strand.
Vanaf de pier zag je dit patroon, wat ik mooi genoeg vind om hier te laten zien.

Maar ook van dichterbij sprak het mij wel aan.

Bij de Zuidpier worden vaak kuifaalscholvers (Phalacrocorax aristotelis) gezien.
Hier laat deze vogel zien dat het een goede visser is, zij het met een bescheiden vangst.

Scholeksters (Haematopus ostralegus) zijn langs de pier altijd op zoek naar wat eetbaars.
Ze zijn erg waakzaam en vliegen vaak snel weg als je te dichtbij komt naar hun zin.

Drieteenstrandlopers (Calidris alba) kan je op het strand of op de pier niet missen, ze zijn er vrijwel altijd.

Ook al komen ze vaak behoorlijk dichtbij, je moet snel afdrukken 
want ze kunnen in een oogwenk weer verdwenen zijn.

Een enkele keer maak ik een foto van een grote mantelmeeuw (Larus marinus), 
vooral als het niet erg druk is met andere soorten.
Deze jonge vogel bleef rustig zitten.


FEBRUARI

Je kunt er bijna niet omheen: steenlopers (Arenaria interpres) zijn er altijd.
Als er plassen op de pier liggen krijg je de kans om er eens wat andersoortige platen van te maken dan gebruikelijk.

De groenige tint heeft te maken met de weerkaatsing van de vuurtoren die op de punt van de pier staat.
Er ontstond zo een mooi contrast met de steenloper.

Als er niet veel activiteit op het water is of als er geen bijzondere soorten dichtbij zwemmen 
kan je je aandacht zoals gezegd ook eens op meeuwen richten.
Vandaar deze rustende zilvermeeuw (Larus argentatus).

En als je dan toch bezig bent is het altijd een goede oefening om te proberen vliegende meeuwen scherp te portretteren.

Het kan je dan zelfs overkomen dat je - in mijn ogen - een voltreffer hebt.

De dag was begonnen met deze gewone zeehond (Phoca vitulina), 
die op het strand gekropen was om daar een tijdje te rusten.

Ik had hem al van grote afstand gezien.
Gelukkig bleef hij liggen.
Er waren nauwelijks andere belangstellenden om het dier te bewonderen.

Het was vloed, het water kwam steeds dichterbij, maar daar trok de zeehond zich niets van aan.
Hij keek eens naar mij, maar bleef rustig liggen.

Een wandelaar met hond vraagt natuurlijk om waakzaamheid. 
De hond was aangelijnd en blafte niet.
De zeehond reageerde er nauwelijks op, maar hield man en hond wel in de gaten.

Het water kwam steeds dichterbij, het leek of de zeehond het wel lekker vond.

Zo nu en dan het achterlijf wat omhoog, maar verder een en al ontspanning.

Gapen deed hij/zij ook, maar net de verkeerde kant op.
Jammer, want je wil natuurlijk wel zo veel mogelijk variatie in de plaatjes.

Nog een laatste plaat tot besluit.
Ik ging verder naar het eind van de pier in de hoop wat moois te zien.
Toen ik later weer terug wandelde lag de zeehond niet meer op het strand.

Het winterseizoen zit er hier voor mij op.
Een volgend bezoek aan de Zuidpier zal ik pas weer in het najaar brengen.

zondag 3 maart 2024

Reflecties

In februari wilde ik weer eens naar een vogelkijkhut, het liefst in de buurt van mijn woonplaats. 
In eerste instantie dacht ik aan vogelhut 't Gooi in Bussum. 
Tot mijn verrassing bleek dat deze hut, waar ik enkele keren geweest ben, niet meer in gebruik is. 
Dat werd dus zoeken naar een alternatief. 
Ik kwam terecht bij DJ Hut Purmerbos, een betrekkelijk nieuwe hut. 
Wat je er te zien kan krijgen is ongetwijfeld afhankelijk van de tijd van het jaar,
maar ik was er in ieder geval nieuwsgierig naar.

Allereerst een overzicht van de soorten die ik gezien heb:

Behalve gaaien (Garrulus glandarius, zie boven) waren er onder meer grote bonte spechten (Dendocropos major), soorten die je bij vrijwel elke boshut wel te zien krijgt.

De derde, zeer actieve soort was de pimpelmees (Cyanistes caeruleus).

Een soort die meestal ook van de partij is, is de roodborst (Erithacus rubecula).

Deze koolmees (Parus major) maakte zelfs een buiging voor mij.
Het was voorspelbaar dat deze algemene bos-  en tuinvogel hier niet zou ontbreken. 

Groenlingen (Chloris chloriswaren voor mij de meest bijzondere vogels, omdat ik die niet zo vaak zie.

De laatste soort die ik hier wil laten zien is de vink (Fringilla coelebs), die mij weer terugbrengt bij reflecties.

Het waren deze keer dus tamelijk "gewone" soorten, die mij wel stimuleerden om er toch mooie platen van te maken.
De rondscharrelende heggemus leverde geen mooie platen op, 
buizerds beperkten zich tot boven de bomen vliegen en zich duidelijk te laten horen.

Groenlingen waren weliswaar niet de meest voorkomende bezoekers, voor reflecties zorgden ze wel.

De meeste vogels werkten mee met het thema "Reflecties", 
waardoor ik kan volstaan met alleen de mooiste platen te laten zien.

Je krijgt die vogels op de gewenste plek door op een slimme manier voedsel achter de stam te verstoppen.
Het was wel goed opletten waar je liep (ook rond de vijver en de hut), 
want door de vele regenval was de omgeving erg modderig geworden.

Een stam waaruit de kern verdwenen was bleek een geschikte plek te zijn om zaadjes in te verstoppen.

De spechten waren niet te beroerd om ook eens op andere plaatsen dan in bomen naar wat lekkers te zoeken.

Vanzelfsprekend hadden zij heel snel door waar ze moesten zijn.
De omgeving werd goed in de gaten gehouden, zeker als het geluid van een buizerd te horen was.

Pimpeltjes worden vaak overgeslagen.
Er worden meestal alleen platen van gemaakt als ze een bad nemen.

De gaaien waren niet kieskeurig, er was genoeg te eten.
Nieuwsgierig zijn ze altijd.
Buizerds komen waarschijnlijk alleen als er een aantrekkelijke prooi te vinden is.
Ze namen net als sperwers niet eens de moeite om even te komen kijken.

Ik heb al eens eerder gezegd dat ik gaaien prachtige vogels vind.
Luidruchtig kunnen ze wel zijn.
Ze waarschuwen alles en iedereen als er een vorm van onraad dreigt.

De groenling keek eerst speurend rond voordat hij zich aan de zaden waagde.

Behalve eten had deze specht nog een ander plan:
even poseren om te laten zien hoe mooi ze was.

Iedere kier en iedere holte werd zorgvuldig onderzocht.

Even uitrusten.
Tegelijkertijd werd goed gekeken hoe een ander zich te goed deed aan de zaden.

Een typische houding voor deze spechten is het van achter een boomstam de omgeving bekijken.

Een beetje onverdraagzaam naar soortgenoten kunnen ze wel zijn.
Het leek wel of ze hun eigen plek op een stam gereserveerd hadden.

Het is en blijft een ontspannen gevoel om op je gemak de bedrijvigheid rond de vijver te bekijken, 
al vond ik het wel jammer dat er zich betrekkelijk weinig soorten lieten zien.

Zoals gezegd trokken de grote bonte spechten de aandacht, en die kregen ze ook van mij.

Tot slot nog enkele reflecties om deze editie mee te besluiten:




Deze hut verdient nog een nieuwe kans, maar dan wel in een ander jaargetijde.

Het voorjaar komt eraan.
Het zullen drukke tijden worden waarbij hopelijk de zon een rol zal spelen.
Hormonen zullen dat zeker doen.